Geschiedenis Haarlem

Joods Haarlem – NiW augustus 2017 (PDF artikelen downloaden)

Ontwikkeling Joodse Gemeente Haarlem vanaf 1600

1605

Een delegatie van 3 Portugees-Joodse kooplieden uit Amsterdam dienen een verzoek in om voor zichzelf en hun familieleden het recht van inwoning en handeldrijven te verkrijgen, behalve dat, ook de vrijheid om hun Joodse geloof openlijk te belijden, dit wordt afgewezen.

1633

Opnieuw wordt een verzoek ingediend, maar het stadsbestuur verbond de voorwaarden dat er minimaal 50 Joodse gezinnen naar Haarlem zouden komen. Hierop strandde de aanvraag.

1660

Er werd een plakkaat uitgevaardigd, die aan alle Joden en alle andere ongeautoriseerde de toegang ontzegde tot het gilde van goud- en zilver smeden en dat hen tevens het handelen in goud en zilver verbood.

1703

Een enkele Jood maakte van Haarlem zijn woonplaats, maar in dit jaar werd aan een zekere Israel Israels het poorterschap ( burgerrecht ) toegekend.

1730

Het was rond deze periode dat zich wat meer Joden begonnen te vestigen, het waren voornamelijk Joden uit Amsterdam en zeer arm.

1742

De eerste Joodse school werd opgericht door Abraham van Hamburgh.

1756

In dit jaar werd aan rondtrekkende Joden tijdens de kermisdagen van stadswege een huis ter beschikking gesteld voor goddienst bijeenkomsten.

1765

Tenslotte werd met toestemming van het stadsbestuur een huis gekocht aan het Begijnenhof ( nu het Goudsmidpleintje ) en ingericht

1841

Als eerste officiële synagoge van Haarlem.

1766

In deze periode kwam ook het rituele bad alsmede een vleeshal en een eigen begraafplaats tot stand. Deze begraafplaats lag gelegen aan het

1833 Bolwerk.

1784

Het bankierhuis van de familie Boas raakt in ernstige problemen en moest Simeon Boas zijn regentschap neerleggen. Hij vertrok uit Haarlem, hierdoor raakte de joodse gemeente in verval en liep het ledental ernstig terug.

1796

De joodse gemeente begint weer langzaam op te bloeien.

1837

De synagoge op het begijnhof wordt te klein en met een gift van de koning, de provincie en de gemeente Haarlem wordt een synagoge gebouwd..1.

1841

De nieuwe synagoge aan de Lange Begijnstraat wordt ingewijd op 4 juni 1841. In 1896 werd het gebouw aan weerszijden uitgebreid met 2 vleugels, er waren nu 300 zitplaatsen voor mannen.

1870

In dit jaar kon de gemeente zich voor het eerst veroorloven een echte gazzan in dienst te nemen n.l. de heer A.J. Cats, hij had een zeer fraaie stem en was zeer geliefd. Cats werd opgevolgd door S.J. Cauveren.

1887

In de Lange Wijngaardstraat 14 wordt een Joodse school opgericht, waar 70 leerlingen onderwijs genoten.

1892

Na de dood van S.J. Cauveren werd een rabbijn als geestelijk leider benoemd in de persoon van Simon Philip de Vries, die een zeer grote invloed had op het joodse leven in Haarlem. Deze rabbijn is de schrijver van het boek Riten en Symbolen.

1910

De Joodse gemeente telt ongeveer 900 leden.

1927

Door een legaat van Mozes Joles, geboren op 2 mei 1847 en overleden 27 december 1928, wordt het mogelijk gemaakt een Joods ziekenhuis in Haarlem te bouwen. Het ziekenhuis werd gebouwd aan een vleugel van het voormalig St. Elizabeth’ Gasthuis en bestond uit twee verdiepingen waar gemiddeld 4 á 5 patiënten werden verpleegd. De heer Mozes Joles, was gedurende zijn leven de enige bestuurder van het ziekenhuis. Na de oorlog keerden van de ongeveer 1800 Joodse ingezetenen van de regio Haarlem slechts 10 gezinnen terug en werd het ziekenhuis verkocht aan de gemeente Haarlem.

1937

Rabbijn Phillip Frank wordt op 20 juni 1937 geïnstalleerd als opperrabbijn van Noord-Holland.

1943

Op 30 januari 1943 wordt een Duitse soldaat doodgeschoten. Het motief van de moord werd niet opgehelderd, maar waarschijnlijk ging het om een dronkemansruzie. Rabbijn Frank, de heren Drielsma en Chapon, bestuurders van de Joodse gemeente worden door de Duitsers opgepakt. Als represailles werden deze Joodse bestuurders met 7 willekeurige andere Haarlemmers gefusilleerd in de duinen van Overveen. Tot 1943 was de synagoge, tijdens de tweede wereldoorlog, aan de Lange Begijnstraat nog in gebruik.

1945

Wegens de vergaande slechte staat van de synagoge is de Joodse Gemeente ingetrokken in haar pand aan de Lange Wijngaardstraat. Dit was de bovenverdieping van het politiebureau. .2.

1949

In 1949 werd de synagoge aan de Lange Begijnstraat verkocht aan Joh. Enschede & Zn, wegens de slechte staat van het pand, die er een papier opslagplaats van maakte. Op Chanoeka 18 december 1949 werd de huidige synagoge aan het Kenaupark feestelijk in gebruik genomen.

2013

Eind 2012 is de synagoge aan het Kenaupark verkocht, en in begin 2013 heeft de joodse gemeente dit pand verlaten en is in een nieuw pand in Heemstede getrokken. Na een verbouwing is de synagoge op Chanoeka 2014 feestelijk ingewijd.